Montag, 7. November 2011

Twee solo's, Moes Wagenaar

op contrabas

Wie maandag met zichzelf aankomt
het bed drie nachten onbeslapen
nagels kleverige randjes, weet
wat komen wil gaat. De kruimels
van het brood die teer en toch.
Het korstje van de kaas
dat moedig - of een ander woord
dat kwaad laat - stand houdt
tot kapot.















Op saxofoon

Wie maandag graag gedreven werkt
verwarming ruist als surrogaat
groene thee gezet, gelezen
hergelezen, weggedacht. De afwas
afgemaakt en opgeruimd blijft af.
Het plaatje op een yoghurtpak
die wiebeling - of ander woord
dat omslag wacht - verstilt
tijd stijf.